Praat en lees met je kind, om zijn
taalontwikkeling te
stimuleren.
Alle informatie over ouderschap op een rij
© Copyright Applinet Bron: https://www.anababa.nl
Eigenlijk staat het hele leven van je kind in het teken van leren. Elke ervaring, hoe vroeg ook, is een leermoment. Tijdens zijn leven maakt je kind gebruik van verschillende manieren van leren: onbewust of doelbewust. Van binnenuit of van buitenaf gestimuleerd. Hoe leert je kind?
Je kind leert op verschillende manieren:
Deze verschillende manieren zitten ingebakken in de menselijke natuur. Met name de eerste 4 strategieën passen zeer jonge baby’s, dreumesen en peuters al toe. Vanaf de kleuterleeftijd komen de andere, wat meer ingewikkelde, manieren daar ook bij. Overigens leert je kind het meeste door zelf iets mee te maken.
De simpelste vorm van leren heeft je kind als baby al onder de knie: de ontwikkeling van reflexen. Daarbij koppelt je kind een reactie aan een bepaalde gebeurtenis. Zo leert hij bijvoorbeeld dat als hij een flesje ziet, dat hij dan te drinken krijgt. Als reactie op het zien van het flesje begint hij al met zijn beentjes te trappelen. Een andere reactie kan zijn dat je peuter begint te huilen als hij een hond ziet. In een eerdere ontmoeting met een hond heeft hij namelijk geleerd dat een hond hard kan blaffen, en daar schrok hij toen zo van dat hij moest huilen. Nu is alleen het zien van een hond al voldoende om in huilen uit te barsten.
Instrumenteel leren is precies het omgekeerde van conditionering: je kind leert dan dat hij met zijn eigen gedrag een reactie in de wereld buiten hem kan uitlokken. Je baby ontdekt bijvoorbeeld op een gegeven moment dat als hij met zijn handje tegen een rammelaar slaat, de rammelaar een geluid maakt. Dat is een prettig effect, wat hij nog wel een keer wil veroorzaken. Dus doet hij het nog een keer. Dit proces versterkt zichzelf als het om een positief effect gaat. Bij een negatieve reactie heeft je kind geen reden om het nog een keer te laten gebeuren.
Latent leren is ongemerkt, per toeval of per ongeluk leren. Je kind ziet iets of maakt iets mee, vindt het bijzonder of interessant, gaat erover nadenken en trekt er zijn eigen conclusies uit. Als hij jou twee keer per week ziet stofzuigen, leert hoe dat dat apparaat werkt zonder dat jij hem daar iets over hebt verteld. Je kind leert zo heel veel over de wereld, op een terloopse manier. Hij krijgt er geen beloning voor, hem wordt niets uitgelegd. En toch slaat hij het op.
Je kind doet na wat hij anderen heeft zien doen. Niemand spoort hem daartoe aan, hij krijgt er geen beloning voor, maar hij doet het toch. Zo zie je bijvoorbeeld dat je kind jouw houding als je aan de telefoon bent feilloos weet na te bootsen. Als ouder ben jij een belangrijk model voor je kind. Als hij naar school gaat, worden dat zijn leeftijdsgenoten. Want imitatieleren is vooral belangrijk in de sociale ontwikkeling van je kind, en de ontwikkeling van zijn persoonlijkheid.
Met ‘shaping’ kan je kind iets moeilijks leren door het eerst in kleine, overzichtelijke stukjes te hakken en zich eerst één voor één die kleine stukjes eigen te maken. In zijn boek Mensenkinderen! geeft Steven Pont het voorbeeld van leren zwemmen: de schoolslag is ingewikkeld voor kinderen, want je moet je benen en je armen tegelijk in een bepaald ritme kunnen bewegen. Daarom leert je kind eerst afzonderlijk de beenslag en de armbeweging. Pas als je kind die bewegingen geautomatiseerd heeft (en er dus niet meer over hoeft na te denken), worden ze samengevoegd.
Bij het zich eigen maken van die kleine stapjes heeft je kind bevestiging en ondersteuning nodig. Want hij maakt zich deze vaardigheden niet vanzelf eigen. Hij moet er echt moeite voor doen. Wil je je kind dus helpen om op deze manier iets te leren? Zorg er dan voor dat je hem voldoende beloont met aandacht, bevestiging en aanmoediging.
Een probleem oplossen betekent: in een onbekende situatie iets nieuws leren. Dat doet je kind door combinaties te maken van wat hij al eerder heeft geleerd. Belangrijk hierbij is dat je kind zich verschillende scenario’s kan voorstellen en in gedachten kan nagaan welk scenario voor de juiste oplossing zorgt. Dat is een complexe cognitieve taak. Daarom wordt probleemoplossend leren vaak als de hoogste manier van leren beschouwd. Rita Kohnstamm noemt het volgende voorbeeld: je kind wil iets pakken wat op tafel ligt, maar hij kan er niet bij. Hij bekijkt de situatie dan en beoordeelt de mogelijke oplossingen voor zijn probleem. Hij heeft niets aan het schilderij dat boven de tafel hangt, maar wel iets aan de stoel die ernaast staat. Uit eerdere ervaringen weet hij dat hij op een stoel kan klimmen. Het inzicht dat hij op de stoel kan staan om iets van tafel te pakken, breekt ineens door.
Auteur: MP. © Copyright Applinet 2009-heden.